Zuurstofgehalte O2
Het zuurstofgehalte in vijverwater voor Koi moet liggen tussen de 4 en 10 mg/l. Beneden de 4 mg/l treedt zuurstofgebrek op. Oorzaken voor zuurstofgebrek zijn:
- teveel vis in de vijver
- te weinig doorstroming
- een gigantische toename van algen in een korte tijd (algenexplosie)
- Langdurige periode van bewolking
- Algen sterfte
- Gebruik van medicatie of chemicaliën
- (te) hoge watertemperaturen.
Symptomen van vissen die leiden aan zuurstofgebrek zijn: vissen happen naar lucht aan het wateroppervlak of bij de waterinlaat .- vissen sterven met kieuwen en mond ver openstaand. Grotere vissen sterven eerst vanwege een sterkere zuurstofbehoefte; steuren kunnen al sterven aan zuurstofgebrek beneden de 4 mg terwijl Koi’s beneden de 2 mg sterven aan zuurstofgebrek. Bij langdurig zuurstofgebrek, waarna het zuurstofgehalte wordt hersteld, kunnen zweren optreden.
Oplossingen bij zuurstofgebrek zijn 
– inbrengen extra zuurstof via beluchting en extra doorstroming;- controleren ammonia en nitrietgehalte en eventueel water verversen 25-30% maximaal per dag.
Verloop zuurstofgehalte gedurende de dag en meten zuurstofgehalte
Het zuurstofgehalte in vijverwater verloopt gedurende de dag volgens een curve. Gedurende de dag (lichte deel) is het zuurstofgehalte het hoogste: de planten en algen produceren dan zuurstof en de vissen en bacteriën verbruiken deze. Gedurende de nacht verbruiken zowel de planten,algen, vissen en bacteriën zuurstof zodat het zuurstofgehalte in het water daalt. Om het (minimum) zuurstofgehalte in het vijverwater te bepalen moet men dus ’s morgens meten,voordat het licht wordt. Wanneer dit voldoende is, zijn geen aanvullende acties nodig.
Zuurstofgehalte Testen
Testsets voor zuurstof van bijvoorbeeld jbl, Tetra, colombo, zijn beschikbaar in meeste testkoffertjes en geven mits juist toegepast een redelijk beeld van bet zuurstofgehalte. De monsteropname dient bij de uitlaat (zij-afvoer) of het verste punt vanaf de inlaat te worden genomen. Het monster wordt dan onder de waterspiegel genomen.
Voordat het testbuisje uit het water wordt gehaald moet het dopje erop worden geplaatst (anders vindt er direct zuurstofopname vanuit de lucht plaats). Voer dan de stappen uit zoals aangegeven bij de gebruiksaanwijzing (let op dat er voor toedienen van de testvloeistoffen zo min mogelijk beweging (= zuurstofopname uit lucht) van het testbuisje optreedt. Bij twijfel is het aan te raden het zuurstofgehalte elektronisch in de vijver te laten meten.