Genetisch kweken natuurlijk! Maar daarnaast, fysiologisch gezien, komen de kleuren voort uit het pigment in de huid van de vissen. Het type en de verdeling van deze pigmenten bepalen de kleur en het patroon op de huid van de vis.
Specifieke cellen bevatten piepkleine zakjes pigment die wetenschappers ook wel chromatoforen noemen. Deze zakjes kunnen meer dan één soort pigment bevatten, waaronder een stof genaamd melanine – of zwart – en anderen die we carotenen noemen. Deze laatste pigmenten zorgen voor de prachtige variatie in kleur.
Koi hebben ook cellen genaamd indocyten die zogenaamde guaninekristallen bevatten. Deze kristallen geven de huid van de vis een goud of zilveren glimmend uiterlijk.
Als je deze cellen onder een krachtige microscoop zou bekijken zul je kunnen zien dat de chromatofoorcellen vertakte uiteinden hebben die met de zenuwen in contact staan..
Dit is de sleutel tot de vaardigheid van het van kleur veranderen. Als een koi gestrest is door een ziekte of slechte waterkwaliteit kan zijn kleur donkerder of lichter worden. Alles dat hier voor nodig is, is een verplaatsing van de pigmentkorrels in de cellen.
Als het pigment zich naar het midden van de cel verplaatst zal de kleur van de vis lichter worden. Als de vis donkerder wordt weet je dat het pigment zich naar de randen van de cellen heeft verplaatst.